Het was een ochtend in de grote vakantie. Kwarklust was druk bezig met het vouwen van papieren. Dat deed ze soms op grotevakantieochtenden, vooral wanneer het salade regende buiten. Dit was zo’n ochtend. De salade viel met overtuiging uit de grijsbewolkte lucht. Met overtuiging en met mosterd-honingdressing, merkte Kwarklust op.
Lichtjes lusteloos vouwde ze verder. ‘Hopelijk stopt het gauw met salade regenen,’ mompelde ze, ‘dat papiervouwen vind ik stomvervelend.’ Maar het bleef salade regenen, en Kwarklust bleef vouwen.
Plotsklaps had ze een papieren kabeljauw gevouwen. Hij was erg groot en stond vol met letters en woorden, want Kwarklust had vooral krantenpapier gebruikt.
Ze keek naar de vis en vroeg zich af hoe ze die zomaar gevouwen kon hebben. Maar ze deed wel vaker dingen waarover ze zich achteraf verbaasde. Het was alsof er twee Kwarklusten waren: één die wonderbaarlijke dingen deed en één die zich vervolgens kon vergapen aan het resultaat, zich afvragend hoe ze dat ooit klaargespeeld had.
Terwijl ze daarover zat na te denken, was de kabeljauw beginnen neuriën. Het duurde even voor Kwarklust door had dat het de kabeljauw was die dat atonale zoemen voortbracht – haar koelkast produceerde soms gelijkaardige geluiden.
‘Ho, wacht even,’ riep Kwarklust. Maar nog voor ze haar gedachtengang kon voortzetten, staakte de kabeljauw zijn geneurie en antwoordde: ‘Waarop?’
‘Hoezo, waarop?’
‘Waarop moet ik even wachten? En hoe lang duurt even?’ De vis keek haar ongeduldig aan.
‘Wacht even tot ik snap wat er hier gebeurd is,’ zei Kwarklust verward.
‘Het regent salade, jij hebt mij gevouwen uit papier, ik ben Tien kleine visjes aan het neuriën. Is er nog meer te snappen?’
‘Ja… nee… ja… Hoe komt die salade in de lucht terecht? Salade verdampt toch niet zoals water?’
‘Als je dat wil weten, had je beter een weerman gevouwen,’ sprak de vis. ‘Neurie je mee?’
‘Euh… ja, goed,’ gaf Kwarklust beteuterd toe.
En samen neurieden ze Tien kleine visjes. Kwarklust raakte de tel kwijt tussen zes kleine visjes en vijf kleine visjes, waardoor ze niet op hetzelfde moment klaar waren.
Toen het gedaan was met salade regenen, trokken ze hun gummilaarzen aan en gingen in de mosterd-honingdressing spelen.